Introduction: Tweelingnaald
Een tweelingnaald : hoe en wanneer gebruiken
Step 1: We Hebben Nodig
2 gelijke bobijntjes met naaigaren
1 tweelingnaald
1 spoeltje
De bedrading van de 2 bobijntjes loopt meestal gelijk, maar kijk toch even na in de handleiding van je naaimachine. Meestal splitsen de draden pas op het einde en worden ze elk in het oog van een naald gestoken.
Step 2: Waarvoor Gebruiken?
Voor het stikken met een tweelingnaald kan er geen techniek aangeleerd worden. Ik kan enkel tips geven. En dan nog is het afhankelijk van de machine waarmee je werkt en hoe die is afgesteld.
Je gebruikt de tweelingnaald wanneer je een dubbel stiksel wil geven op de buitenkant, dat ook nog eens de zoomrand van je kledingstuk mooi afwerkt aan de achterkant. Een beweging waarbij je overlockt en vaststikt in 1 beweging.
Vaak krijg je een dikke rand en een gefronste achterkant.
Dit kan je verhelpen door te letten op de stofkwaliteit, de soort tweelingnaald en de spanning van de onderdraad (spoeltje)
Step 3: Stofkwaliteit
Vaste stoffen zijn makkelijker dan elastische stoffen.
Bij tricot stoffen (t-shirtstoffen, rekstoffen) heb je snel het effect dat de 2 stiksels samentrekken en dat de achterkant fronst.
Dit samen trekken van de achterkant kan je verhelpen door je onderspanning aan te passen. Deze zet je beter wat lager (naar 2) of je gebruikt de spanning die je gebruikt bij het stikken van een knoopsgat.
Hoe hoger de spanning (naar 9) hoe meer de onderdraad zal fronsen.
Step 4: Keuze Van De Naald
De bovenste steek werd gestikt met een naald Twin 90/4 van Organ: een klassieke sterke naald, goed voor vaste stoffen.
De onderste steek werd gestikt met een Twin 130/705 Stretch van Prym : specifiek goed voor stretch stoffen
Step 5: Afwerking
Ik hecht nooit met een tweelingnaald. Niet bij begin en niet bij het einde omdat je dan een gebroddel hebt aan de achterkant.
Ik trek de beide draden naar achter en naai ze in of knoop ze vast.